CoBrA en Chaissac.
08 mei 2021 t/m 19 september 2021.
Ver weg van de culturele metropool Parijs leidt kunstenaar Gaston Chaissac als autodidact een
teruggetrokken bestaan. Toch worden zijn expressieve tekeningen, schilderijen en sculpturen, voorzien van
felle kleuren en zwarte contouren, opgemerkt. Hoewel hij zich nooit bij een kunstbeweging aansluit, is de
verwantschap met CoBrA overduidelijk. Die begint met de na-oorlogse tijdgeest waarin de kunstenaars
breken met tradities en zoeken naar een moderne kunst die voor iedereen is; een kunst waarin spontaniteit,
authenticiteit en eerlijkheid voorop staan. De gedeelde interesse voor naïeve kunst en volkskunst, alsmede
het gebruik van motieven als de slang en totemfiguur maakt hen tot echte zielsverwanten. Ze beschilderen
alles wat ze in handen krijgen.
Uniek en geliefd.
Had Gaston Chaissac in Parijs, waar hij een tijd bij zijn broer woont en een schoenmakerswerkplaats runt, de
schilder Otto Freundlich en zijn vrouw Jeanne Kosnick-Kloss niet ontmoet, dan was het hem mogelijk heel
anders vergaan. Freundlich, zelf al een bekende kunstenaar, ziet Chaissacs talent en voorziet hem van
schildermateriaal. Chaissac –die met ambachtelijk werk een bestaan probeert op te bouwen- bloeit op:
eindelijk durft hij toe te geven aan zijn kunstenaarschap. In 1938 bezorgt het echtpaar hem al zijn eerste
expositie in de Parijse Galerie Gerbo.
Zijn werk ontwikkelt zich gedurende de jaren veertig en vijftig, in een periode waarin de meest uiteenlopende
stromingen naast elkaar ontstaan. Na de Tweede Wereldoorlog voldoet het werk van Chaissac aan de nieuwe
eisen van de kunstwereld en het publiek; het verlangen naar onbedorven vormen van expressie is groot.
Chaissac trekt met zijn werk volop de aandacht – vooral van kunstenaars. Dat maakt hem een echte
kunstenaarskunstenaar. Hij weet speelsheid met tragiek te combineren. Hij is vrolijk, kleurrijk en authentiek
en op hetzelfde moment ook heel erg melancholisch, alleen en eenzaam: een reden waarom hij in een
decennium waar het Franse existentialisme in de filosofie heerst, als een belangrijke kunstenaar wordt
beschouwd. Zijn oeuvre laat zich echter in geen stroming onderbrengen (de kunstenaar wil dat ook niet!) en
de verscheidenheid aan media en technieken maakt hem eigenzinnig en uniek.
Aanwezig op afstand.
In Parijs bezoekt hij musea en galeries en verdiept hij zich in de architectuur. Later herinnert hij zich: “Wat me
vooral boeide, waren voorstellingen van de natuur, maar geschilderd met kleuren die niet in de natuur
voorkomen, en juist die kleuren bepaalden de schoonheid ervan. Openingen en salons laat hij aan zich
voorbijgaan. Hij blijft liever op afstand en volgt zijn vrouw Camille, die als onderwijzeres werkt in afgelegen
plaatsen als Boulogne-en-Vendée, Sainte-Florence-de-l’Oie en Vix. Daar kan hij in alle vrijheid werken aan zijn
‘peinture rustique et moderne’ (rustieke en moderne schilderkunst), zoals hij zijn kunst zelf omschrijft, en zich
naar eigen inzicht ontwikkelen. Ook werkt hij met scholieren en ambachtsmensen aan ‘kunst voor iedereen’.
Ondanks zijn teruggetrokken bestaan op het platteland, onderhoudt hij wel levendige briefwisselingen met
critici, journalisten, schrijvers, schilders en redacteuren van tijdschriften. Zo blijft hij op de hoogte én
onderdeel van het artistieke debat. In 1946 wordt Chaissac opgemerkt door kunstenaar Jean Dubuffet, die in
hem een vertegenwoordiger ziet van zijn concept Art Brut. Maar Chaissac voelt er niets voor een stempel
opgedrukt te krijgen en neemt afstand. Via tijdschriften en galerieën in Parijs heeft Chaissac ook indirect
contact met de CoBrA-leden en de waardering voor elkaars werk is groot.
Terwijl de kunstenaars van de CoBrA-groep herhaaldelijk terugkeren naar hun land van herkomst en
tentoonstellingen hebben in Amsterdam, Brussel en Kopenhagen, blijft ook Parijs de stad waar ze elkaar
ontmoeten en hun werk tentoonstellen. Ook voor Chaissac blijft Parijs een belangrijk referentiepunt voor zijn
artistieke ideeën en tentoonstellingen. Tot op de dag van vandaag is Gaston Chaissac in Frankrijk een
belangrijke moderne kunstenaar aan wie met regelmaat in grote musea een overzichtstentoonstelling wordt
gewijd.Kunstmuseum Den Haag introduceert de kunstenaar in Nederland en combineert zijn werk voor het
eerst met CoBrA. In de tentoonstelling worden Chaissac en CoBrA naast elkaar in gescheiden zalen (met veel
doorkijkjes) getoond, net als hun werken ook in werkelijkheid nauwelijks bij elkaar kwamen. Desalniettemin
laat de visuele dialoog in de tentoonstelling en bijbehorende catalogus hun zielsverwantschap overduidelijk
op een nooit eerder getoonde manier tevoorschijn komen.