De kathedraal van Granada is gewijd aan de Maagd van de Incarnatie.
Deze grote 16e eeuwse kerk stamt grotendeels uit de renaissance en is 115 meter lang en 67 meter breed.
Bij de kathedraal ligt ook de Capilla Real, de Koninklijke grafkapel welke u afzonderlijk kunt bezoeken.
Geschiedenis kathedraal Granada
De bouw van de kathedraal werd aangevangen in 1501 in opdracht van het katholieke koningspaar, nadat Granada in 1492 door de
Christenen was veroverd op de Arabieren.
De bouw van de kathedraal vond plaats op de plek waar voorheen een moskee stond en als eerste werd een grafkapel voor de koningen
gebouwd.
Een tijd lang werd de oude moskee nog als kathedraal gebruikt.
De decennia daarna werd gebouwd aan de kathedraal in Renaissance stijl, zodat deze in 1561 in gebruik kon worden genomen.
Daarna hebben nog de nodige veranderingen en toevoegingen plaats gevonden, zoals de barokke koepelkerk Iglesia del Sagrario op de
plaats van de geplande tweede toren.
Bijna 200 jaar lang is door diverse architecten gewerkt aan de bouw van deze kathedraal, waardoor de kathedraal van Granada een
mengeling is van renaissance en gotische stijlen.
Het origineelste en belangrijkste deel van de kathedraal van Granada is het ronde priesterkoor in renaissance stijl, welke wordt omgeven
door een kapellenreeks.
Het schip van de kathedraal is een combinatie van renaissance en gotische stijl, waarin vooral de twee grote vergulde 18e eeuwse orgels
opvallen.