Museum Boijmans Van Beuningen
Depot Boijmans Van Beuningen is het eerste publiek toegankelijke kunstdepot ter wereld.
Het depot staat naast Museum Boijmans Van Beuningen in Museumpark in Rotterdam.
Bezoekers zien het resultaat van 173 jaar verzamelen.
Meer dan 151.000 verzamelde kunstwerken opgeslagen bij elkaar, gerangschikt en gestructureerd in veertien depotruimten met vijf klimaten.
Naast de objecten zijn alle werkzaamheden die komen kijken bij het beheer en onderhoud van een collectie te zien.
Het scheelt dus niet veel of de collectie komt in Utrecht terecht en niet in Rotterdam.
Als de burgemeester van Utrecht de collectie afwimpelt, stapt F.J.O. Boijmans naar de burgemeester van Rotterdam.
Na jarenlang onderhandelen wordt een overeenkomst getroffen tussen het gemeentelijk bestuur van Rotterdam en Boijmans.
Op zijn aandringen koopt de Gemeente Rotterdam het Schielandshuis ter huisvesting van de collectie.
In 1849 opent het museum zijn deuren.
Van der Steur gebouw, 1935
In de nacht van 15 op 16 februari 1864 ontstaat er door onbekende oorzaak brand op de zolder van het Schielandshuis.
Het museum raakt in een nacht ruim tweederde van zijn collectie kwijt.
Museummedewerkers ondernemen heldhaftige pogingen om kunstwerken te redden.
Een van de obstakels in de reddingspoging is dat de sleutel van de kunstopslag onvindbaar is.
Na de verwoestende brand in het Schielandshuis keert de verzekering 136.129,62 gulden uit.
Dit bedrag wordt volledig aan nieuwe kunstaankopen besteed.
Door de groeiende collectie en bezoekersaantallen van Museum Boymans wordt het Schielandshuis te klein.
Onder directeur Dirk Hannema (directeur 1921-1945) worden afspraken gemaakt om een nieuw museumgebouw te bouwen.
Het nieuwe museum wordt gebouwd op het gemeentelijke stuk grond landgoed Dijkzigt.
In 1929 begint de bouw van het nieuwe museum dat in 1935 zijn deuren opent aan het Museumpark.Het gebouw is ontworpen door
stadsarchitect, Adriaan van der Steur (1893-1953).
Van der Steur en de toenmalige museumdirecteur Dirk Hannema hadden één ideaal: het nieuwe museumgebouw moest een plek zijn waar je
naar toe ging om van kunst te genieten.
Geen overvolle wanden en slecht licht zoals in het zeventiende-eeuwse Schielandshuis (waar het museum tot dan toe was gevestigd), maar
een modern gebouw dat geheel was toegerust voor zijn taak.
Daarom werd in een gebouwtje op het bouwterrein uitvoerig geëxperimenteerd met een ingenieuze bovenlichtconstructie en werd veel
aandacht besteed aan het formaat van de zalen en aan de subtiele detaillering.
Van der Steur liet zich inspireren door de leefomgeving van particuliere verzamelaars en koos vooral voor kleine intieme ruimten.
Veel van de kunstwerken in de collectie zijn immers uit een dergelijke omgeving afkomstig.
Het imposante gebouw in het hart van Rotterdam staat er inmiddels al 84 jaar.
In al die jaren is het eigenlijk nooit ingrijpend verbouwd en is het toe aan een grondige renovatie.